Neemt u liever telefonisch contact op?

Bel ons op 03 776 94 98, u wordt verbonden met een medewerker van verkeerszaken.be (ma t.e.m. do 9-18u | vr 9-17u).

22/01/2020

Wie betaalt de boete wanneer mijn voertuig niet gekeurd was?

Is de boete wegens niet keuring voor de eigenaar of de bestuurder van het voertuig?

Wie betaalt de boete omdat mijn voertuig niet gekeurd was? De Parketten versturen soms twee minnelijke schikkingen wanneer u een wagen heeft bestuurd die niet geldig was gekeurd. De ene minnelijke schikking wordt verstuurd naar de eigenaar van het voertuig, de tweede naar de bestuurder van het niet-gekeurde voertuig. Kan dit?

Wanneer u de openbare weg oprijdt met een voertuig dat niet van u is, dan doet u er goed aan voorafgaandelijk te informeren naar de toestand van het voertuig: is het voertuig ingeschreven, is het verzekerd en is het nog geldig gekeurd?  In de praktijk gebeurt het vaak dat de bestuurder niet de eigenaar is van het voertuig, en dat dit bijvoorbeeld toebehoort aan de werkgever, of van de vennootschap is, of van vrienden of familie.

Rijden met een voertuig dat niet van u is, is opzich natuurlijk geen probleem, maar als bestuurder bent wél u aansprakelijk wanneer blijkt dat u ermee rondrijdt terwijl dit voertuig niet ingeschreven is, niet verzekerd is of niet gekeurd werd.  U kan zich als bestuurder voor een Politierechtbank niet beroepen op het argument dat dit uw voertuig niet was of dat u niet wist dat het voertuig niet gekeurd of verzekerd was. U had het immers kunnen weten door het aan de eigenaar te vragen of de boorddocumenten te controleren.

Voor de eigenaar van het voertuig is er daarentegen meestal geen probleem. Zolang hij zelf geen bestuurder is, kan de eigenaar geen boete krijgen wanneer iemand anders zijn voertuig gebruikte op de openbare weg. Dit is althans het geval wanneer het voertuig niet verzekerd is, of wanneer het niet is ingeschreven.

Maar in het geval van niet-keuring van het voertuig liggen de zaken anders. Bij niet-keuring bepaalt de Wet dat zowel de eigenaar als de bestuurder van het voertuig strafbaar zijn.

De verplichting om een geldig gekeurd voertuig op de openbare weg te gebruiken.

Dat u ook strafbaar bent als eigenaar van een niet-gekeurd voertuig, ook al was u niet te bestuurder ervan, blijkt uit de samenlezing van het KB van 15 maart 1968 met de Wet van 21 juni 1985.

Het KB van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen bepaalt alle voorwaarden waar voertuigen aan moeten voldoen, om de hoeveel jaar men naar de keuring moet en dergelijke meer.

De artikelen 24 en 26 van dit KB bevatten de eigenlijke bepalingen van het misdrijf:

Artikel 24 bepaalt: “Geen enkel volgens dit besluit aan de autokeuring onderworpen voertuig mag zich op de openbare weg bevinden, tenzij het voorzien is van een geldig keuringsbewijs, het overeenkomstig keuringsvignet en een met zijn gebruik overeenstemmend identificatieverslag of technische fiche en een document 'Visuele keuring van het voertuig", voor zover deze documenten vereist zijn.

Dit verbod geldt niet voor voertuigen die zich op de openbare weg bevinden om:

1° leeg en langs de kortste weg de verplaatsing te doen :

a) tussen het station voor autokeuring en de woonplaats of exploitatiezetel van de titularis van het voertuig of de exploitatiezetel van de hersteller en omgekeerd;

b) tussen de woonplaats of de exploitatiezetel van de titularis van het voertuig en de exploitatiezetel van de hersteller en omgekeerd;

2° langs de kortste weg de verplaatsing te doen van de grenspost van binnenkomen in België tot de woonplaats of de exploitatiezetel van de titularis van het voertuig of het station voor autokeuring."

Artikel 26 bepaalt verder: “Geen voertuig mag op de openbare weg gebruikt worden indien het inzake onderhoud en werking in een staat verkeert waarbij de verkeersveiligheid in het gedrang komt of wanneer het niet voldoet aan de bepalingen van dit besluit, en dit, ongeacht de keuringen uitgevoerd door de erkende instellingen.”

Uit deze bepalingen blijkt vooreerst dat de persoon die strafbaar is, diegene is die het voertuig laat bevinden of gebruikt op de openbare weg, zijnde meestal de bestuurder.

 

Wat is de bestraffing wanneer u met een niet-gekeurd voertuig de openbare weg opgaat als bestuurder?

Wat riskeert u  als bestuurder van een niet-gekeurd voertuig op de openbare weg? De minimumgeldboete voor deze inbreuk bedraagt 10,00 EUR x 8 = 80,00 EUR (op heden) maar de Politierechter kan zelfs ook een gevangenistraf van minimum 8 dagen opleggen of één van deze straffen alleen. De straffen vinden we niet terug in het KB van 15 maart 1968, maar in artikel  4, 1ste lid van de Wet van 21 juni  1985 “betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen”:

"Overtreding van deze wet en van de besluiten die betrekking hebben op de technische eisen betreffende de voertuigen voor vervoer te land, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren, wordt gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden en met geldboete van tien frank tot tienduizend frank of met een van die straffen alleen, onverminderd de vergoeding van de schade indien daartoe grond bestaat."

Maar.... in dit artikel 4 is ook nog een 5de lid dat laconiek stelt:

"De bepalingen van hoofdstuk VII van het eerste boek, alsmede artikel 85 van het Strafwetboek zijn mede van toepassing op die overtredingen."

Wat is hiervan het gevolg?

Strafbare deelneming, het addertje onder het gras voor de eigenaar!

Artikel 4, 5de lid van de Wet van 21 juni 1985 bepaalt dat o.m. de "strafbare deelneming" van toepassing is op inbreuken inzake de keuring.

Met strafbare deelneming bedoelt men dat naast de eigenlijke bestuurder van het niet-gekeurd voertuig, er ook eventuele mededaders of medeplichtigen kunnen zijn. En hierdoor komt de eigenaar van het voertuig in het vizier.  Door het niet keuren van het voertuig dat op zijn/haar naam ingeschreven is, dat dan vervolgens op de openbare weg wordt gebracht (door iemand anders), kan men de eigenaar beschouwen als mededader of medeplichtige aan dit misdrijf.

Als daders van een misdaad of wanbedrijf worden gestraft:

  • Zij die de misdaad of het wanbedrijf hebben uitgevoerd of aan de uitvoering rechtstreeks hebben meegewerkt;
  • Zij die door enige daad tot de uitvoering zodanige hulp hebben verleend dat de misdaad of het wanbedrijf zonder hun bijstand niet had kunnen worden gepleegd;
  • Zij die, door giften, beloften, bedreigingen, misbruik van gezag of van macht, misdadige kuiperijen of arglistigheden, de misdaad of het wanbedrijf rechtstreeks hebben uitgelokt;
  • Zij die, hetzij door woorden in openbare bijeenkomsten of plaatsen gesproken, hetzij door enigerlei geschrift, drukwerk, prent of zinnebeeld aangeplakt, rondgedeeld of verkocht, te koop geboden of openlijk tentoongesteld, het plegen van het feit rechtstreeks hebben uitgelokt, onverminderd de straffen die bij de wet bepaald zijn tegen daders van aanzetting tot misdaden of wanbedrijven, zelfs voor het geval dat die aanzetting zonder gevolg is gebleven.

Als medeplichtigen aan een misdaad of een wanbedrijf worden gestraft:

  • Zij die onderrichtingen hebben gegeven om de misdaad of het wanbedrijf te plegen;
  • Zij die wapens, werktuigen of enig ander middel hebben verschaft, die tot de misdaad of het wanbedrijf hebben gediend, wetende dat ze daartoe zouden dienen;
  • Zij die, buiten het geval van artikel 66, § 3, met hun weten de dader of de daders hebben geholpen of bijgestaan in daden die de misdaad of het wanbedrijf hebben voorbereid, vergemakkelijkt of voltooid.

Een mededader zal men op dezelfde manier kunnen bestraffen en voor een medeplichtige zal de straf niet meer kunnen bedragen dan 2/3de van de straf die men aan de dader zou kunnen geven.

 

Zowel de bestuurder als de eigenaar van een niet-gekeurd voertuig zijn dus strafbaar!

Zowel de bestuurder als de eigenaar van een niet-gekeurd voertuig zijn strafbaar! In de praktijk zien wij dat de Parketten inderdaad twee afzonderlijke minnelijke schikkingen versturen. Eentje naar de eigenaar, en ééntje naar de bestuurder.

Zowel de bestuurder als de eigenaar betalen best zo spoedig mogelijk de boete om een dagvaarding voor de Politierechtbank te vermijden. Daarnaast is het aangewezen dat de eigenaar ook zijn voertuig opnieuw laat keuren!

Anderen lazen ook