Neemt u liever telefonisch contact op?

Bel ons op 03 776 94 98, u wordt verbonden met een medewerker van verkeerszaken.be (ma t.e.m. do 9-18u | vr 9-17u).

22/11/2021

Hoe besliste de Politierechtbank van Antwerpen over een snelheidsovertreding die men niet zelf zou begaan hebben?

142km/u gereden in plaats van 120km/u.

Op de autosnelweg (waar de maximum toegelaten snelheid 120 km/u bedraagt) wordt een voertuig geflitst aan een snelheid van 142 km/u (na correctie nog 133,48 km/u).

De persoon die met het voertuig reed, was voor de eigenaar op weg naar de keuring.

De eigenaar van het voertuig had niet zelf gereden, maar de persoon die met het voertuig reed wilde niet bevestigen dat hij diegene was die met het voertuig gereden had.

Omdat de eigenaar dit niet kon bewijzen, werd hij gedagvaard.

Gedagvaard voor de Politierechtbank Antwerpen, Afdeling Antwerpen.

De eigenaar werd uiteindelijk gedagvaard voor de Politierechtbank voor de volgende  verkeersinbreuk:

als bestuurder van een voertuig, buiten een bebouwde kom, op een autosnelweg, de maximum toegelaten snelheid van 120 km/u te hebben overschreden, door aan een gecorrigeerde snelheid van 133,48 km/u te gereden te hebben (vastgestelde snelheid 142 km/u) (art. 11.2.1° lid 1 a Wegcode; art. 29§3 van de wet betreffende de politie over het wegverkeer - KB tot coördinatie van 16 maart 1968)

De uitspraak van de Politierechtbank Antwerpen, Afdeling Antwerpen?

De bestuurder werd echter veroordeeld tot :

  • Een effectieve geldboete van 15,000 EUR X 8 = 120,00 EUR

Er werd géén rijverbod opgelegd, vermits dit wettelijk gezien niet mogelijk is.

De bestuurder werd niet veroordeeld tot een bijdrage van 200,00 EUR in het Slachtofferfonds. Deze  verplichte (administratieve) bijdrage dient de Politierechter op te leggen van zodra men veroordeeld werd tot een geldboete vanaf 26,00 EUR (x 8). Vermits de geldboete slechts 15,00 EUR bedraagt, dient dit niet te worden betaald.

De bestuurder werd tenslotte ook nog veroordeeld tot een bijdrage in het Begrotingsfonds voor juridische tweedelijnsbijstand t.b.v. 20,00 EUR en tot de gerechtskosten (kosten van dagvaarding, deskundige e.d.) die +/- 80,00 EUR bedragen.

Deze gerechtskosten worden normaal gezien terugbetaald aan de bestuurder door de verzekeringsmaatschappij van zodra deze alles betaald heeft.