Neemt u liever telefonisch contact op?

Bel ons op 03 776 94 98, u wordt verbonden met een medewerker van verkeerszaken.be (ma t.e.m. do 9-18u | vr 9-17u).

23/06/2017

Vergeet je handtekening niet wanneer je hoger beroep aantekent in verkeerszaken!

Handtekenen vergeten...

Wie in beroep wil gaan tegen vonnissen van de Politierechtbank (of van de Correctionele Rechtbank) moet nauwkeurig de grieven aanduiden op een speciaal formulier, het “grievenformulier”.

In een uitspraak van 30.05.2017 (Arrest P.17.0123.N/1) sprak het Hof van Cassatie zich uit over het ontbreken van de handtekening op het grievenformulier.

De advocaat die hoger beroep had aangetekend had weliswaar nauwkeurig de grieven aangeduid die tegen het vonnis werden ingebracht, maar hij was vergeten om zijn handtekening te zetten onder het grievenformulier. Ook het griffiepersoneel had deze vergetelheid niet opgemerkt en zelfs tijdens de pleidooien van de zaak in beroep werd met geen woord gerept over deze vergetelheid. De beroepsrechter ontdekte deze vergetelheid tijdens het beraad en verklaarde het hoger beroep hierom vervallen. 

Nu kan men op basis van een letterlijke lezing van art. 204 Wetboek van Strafvordering niet concluderen dat de afwezigheid van een handtekening effectief leidt tot verval van het hoger beroep: enkel de nauwkeurige bepaling van de grieven, de termijn van hoger beroep en de plaats van indiening van het beroep zijn voorgeschreven op straffe van verval.

“Op straffe van verval van het hoger beroep bepaalt het verzoekschrift nauwkeurig de grieven die tegen het vonnis worden ingebracht, met inbegrip van de procedurele grieven, en wordt het verzoekschrift binnen dezelfde termijn en op dezelfde griffie ingediend als de in artikel 203 bedoelde verklaring. Het verzoekschrift wordt ondertekend door de eiser in hoger beroep of zijn advocaat, of door een ander bijzonder gevolmachtigde. In dit laatste geval wordt de volmacht bij het verzoekschrift gevoegd. 

Dit verzoekschrift kan ook rechtstreeks worden ingediend op de griffie van de rechtbank of het hof waarvoor het hoger beroep wordt gebracht.

Daartoe kan een formulier, waarvan het model wordt bepaald door de Koning, worden gebruikt.

Deze bepaling geldt ook voor het openbaar ministerie.”

Artikel 204 Wetboek van Strafvordering.
Het Hof van Cassatie verduidelijkt.

Niettegenstaande de wetsbepaling niet uitdrukkelijk voorziet in de sanctie van het verval wanneer men vergeet het grievenformulier te handtekenen, meent het Hof van Cassatie dat het beroep om die reden wél vervallen is. Volgens het Hof wordt immers enkel door het ondertekenen van het formulier ondubbelzinnig duidelijk gemaakt op welke grieven men zich baseert.

Het Hof meende dat er ook géén schending was van het recht op een eerlijk proces (vervat in art. 6.1 EVRM). Het feit dat de Rechtbank het hoger beroep vervallen verklaarde zonder de niet-ondertekening van het grievenformulier aan te voeren op de zitting, is volgens het Hof van Cassatie geen schending van art. 6.1 EVRM. Volgens het Hof maakt het grievenformulier immers een stuk van de rechtspleging uit en behoorde het tot het strafdossier. Dit impliceert dus dat partijen tegenspraak konden gevoerd hebben over dit stuk en dat het kon opgeworpen worden tijdens het debat voor de Rechter.