Neemt u liever telefonisch contact op?

Bel ons op 03 776 94 98, u wordt verbonden met een medewerker van verkeerszaken.be (ma t.e.m. do 9-18u | vr 9-17u).

31/03/2022

De voorrangsregels in het verkeer opgelijst!

Voorrang van rechts doet trager rijden!

Uit een recent onderzoek van het Instituut voor Mobiliteit en van de Universiteit Hasselt blijkt dat automobilisten trager rijden op kruispunten met voorrang van rechts dan op kruispunten zonder voorrang van rechts. Tal van gemeenten zijn daarentegen van plan om de kruispunten met voorrang van rechts af te schaffen en dus alternatieve voorrangsregels te hanteren op de kruispunten in kwestie. Hoog tijd dus om de regels over de voorrangsregels nog eens op te frissen.

De verplichting om voorrang te verlenen.

In de Wegcode zijn heel wat voorrangsregels opgenomen. Zo moet u onder meer voorrang verlenen aan spoorvoertuigen. Ook moet u voorrang verlenen aan spelende voetgangers in speelstraten, aan voetgangers op oversteekplaatsen, aan prioritaire voertuigen die hun sirene gebruiken, aan autobussen die – binnen de bebouwde kom – hun halteplaats verlaten, enz...

De algemene voorrangsregel is opgenomen in art 12.5 van de Wegcode. Deze regel bepaalt dat de bestuurder - wanneer deze voorrang moet verlenen - maar mag verder rijden indien hij of zij zulks kan doen zonder gevaar voor ongevallen. Daarbij moet de bestuurder rekening houden met de plaats en snelheid van de andere weggebruikers. Om zeker te zijn dat men mag verder rijden, is het aan de bestuurder toegelaten een kruispunt of rijbaan op te rijden zodat men voldoende zicht krijgt op de verkeerssituatie, het zogenaamde ‘pieprecht’.

Bij het oprijden van een kruispunt moet men zelfs "dubbel voorzichtig" zijn om ongevallen te voorkomen, zelfs indien men zeker weet dat men voorrang heeft en zelfs indien het kruispunt uitgerust is met verkeerslichten! Dubbel voorzichtig betekent dat men zowel rekening moet houden met de klimatologische omstandigheden (weer, wind, regen, …) als met de plaatsgesteldheid. 

Voorrang van rechts.

De meest bekende voorrangsregel, en allicht ook de voorrangsregel waar automobilisten en andere weggebruikers de meeste inbreuken tegen begaan, is de voorrang van rechts. Taalkundig gezien zegt men beter "voorrang aan rechts", maar juristen zijn niet altijd de beste taalkundigen…

De voorrang van rechts is voorzien  in art. 12.3.1, 1e lid Wegcode:

Elke bestuurder moet voorrang verlenen aan de bestuurder die van rechts komt, behalve indien hij op een rotonde rijdt of indien de bestuurder die van rechts komt uit een verboden rijrichting komt.

Voorrang van rechts geldt voor alle bestuurders ongeacht hun plaats op de openbare weg. Dit betekent in de eerste plaats dat ook fietsers voorrang moeten verlenen aan auto’s indien deze van rechts komen. De bestuurder van de auto mag geen voorrang verlenen aan de fietser die van links komt. Dit zou leiden tot gevaarlijke situaties. Bovendien betekent dit ook dat fietsers, rijdend op het fietspad, voorrang moeten verlenen aan fietsers die van rechts komen. Een gegeven waar jammer genoeg niet iedereen bij stil durft te staan.

Enkele uitzonderingen op deze voorrangsregel zijn in de wet voorzien, zoals wanneer men zich op een rotonde bevindt: het verkeer op de rotonde heeft voorrang. Ook wordt uitdrukkelijk voorzien dat aan bestuurders (voertuigen of fietsen) die uit een verboden rijrichting komen, géén voorrang moet verleend worden.

Om te bepalen wie van rechts komt, is de rijrichting van de voertuigen van doorslaggevend belang. Dit is voornamelijk van belang bij een achteruitrijdend voertuig. Het is de rijrichting die de voorrang bepaalt en niet de zithouding of positionering van het voertuig.

Daarenboven is het sinds 01.03.2007 van geen belang meer of het voertuig dat van de voorrang geniet gestopt is. Vóór 01.03.2007 verloor de bestuurder die van rechts kwam zijn voorrang indien deze was gestopt en nadien weer in beweging kwam. In de praktijk gaf dit aanleiding tot heel wat ongevallen en discussies. Stoppen of niet, de voorrang blijft behouden!

De kunst van het 'ritsen'.

Een variant op de voorrangsregel is "ritsen" of "beurtelings invoegen".

Art. 12bis van de Wegcode bepaalt het volgende:

De bestuurders die, bij sterk vertraagd verkeer, rijden op een rijstrook die ophoudt of waarop het verder rijden wordt verhinderd, mogen slechts vlak voor de versmalling invoegen in de aangrenzende vrije rijstrook.

 De bestuurders die rijden op die vrije rijstrook moeten vlak voor de versmalling beurtelings voorrang verlenen aan één invoegende bestuurder; in geval het rijden in zowel de linker als in de rechter rijstrook wordt verhinderd, moet eerst voorrang worden verleend aan één bestuurder op de rechter rijstrook en daarna aan één bestuurder op de linker rijstrook.

Concreet betekent deze regel dat bij het samenkomen van 2 rijstroken (waarbij de ene ophoud of wanneer er door werken niet verder kan gereden worden) de bestuurder die beurtelings invoegt voorrang heeft, ongeacht of deze van links of rechts komt.

Ritsen is verplicht, ook wanneer er geen verkeersbord staat om dit aan te geven. De regel is altijd van toepassing. Indien er op een middelste rijstrook 2 rijstroken samenkomen (een van links en een van rechts) moet eerst aan één bestuurder die van rechts komt voorrang verleend worden en nadien aan één bestuurder die van links komt.

Let op: ritsen is niet van toepassing bij de opritten van autostrades en bij verkeerswisselaars (waar snelwegen elkaar kruisen).

Bestuurders die reeds op de autostrade rijden hebben steeds voorrang.  Het is aan de bestuurder die de autostrade wenst op te rijden (wat als een maneuver wordt beschouwd) om voorrang te verlenen aan het voertuig dat zich reeds op de autosnelweg bevindt.

Anderen lazen ook: