Wanneer gaat het rijverbod in?

Eerst en vooral is het aan de Politierechter om het rijverbod op te leggen. Vervolgens moet het vonnis waarin het rijverbod werd opgelegd een definitieve veroordeling zijn. Dit houdt in dat er geen rechtsmiddelen meer mogen openstaan. Dit wil zeggen dat de termijnen voor hoger beroep en verzet verstreken moeten zijn. Vanaf de definitieve uitspraak er is, is het aan het parket om het initiatief te nemen om het rijverbod uit te voeren.

Na de definitieve veroordeling zal het parket u officieel in kennis stellen van uw rijverbod. Dit noemt men de betekening van het rijverbod. Vanaf het rijverbod aan u is betekend, moet u binnen de 4 werkdagen uw rijbewijs inleveren op de griffie van de rechtbank die u heeft veroordeeld. De termijn van het rijverbod begint te lopen vanaf de vijfde dag na de kennisgeving. Vanaf dan mag u dus geen motorvoertuig meer besturen. 
Opgelet, het kan even duren vooraleer u formeel deze kennisgeving ontvangt. Een betekening van het rijverbod gebeurt in de praktijk binnen de 2 tot 4 maanden na uw veroordeling.

Het is belangrijk dat u uw rijbewijs tijdig afgeeft op de griffie van de rechtbank die u heeft veroordeeld. Het adres zal ook in de kennisgeving vermeld staan. Het is eventueel ook mogelijk om uw rijbewijs door een derde te laten inleveren. 
Opgelet, het is vanzelfsprekend ook niet mogelijk om terug naar huis te rijden vanaf u uw rijbewijs heeft afgegeven. Ook al geeft u uw rijbewijs af op de derde dag na de kennisgeving, is het niet toegelaten om de vierde dag nog een motorvoertuig te besturen, gezien u niet meer in het bezit bent van uw rijbewijs. 
Wanneer de periode van het rijverbod verlopen is, mag u het rijbewijs terug afhalen. Natuurlijk mag u op de heenweg dus ook nog geen motorvoertuig besturen!

Het is aangeraden om uw rijbewijs tijdig in te leveren. Indien u dit niet doet, riskeert u om opnieuw een veroordeling door de politierechtbank op te lopen. Het niet inleveren van het rijbewijs ingevolge een rijverbod is immers een afzonderlijk misdrijf. U riskeert een bijkomende straf te krijgen.

Artikel 49/1 van de Wegverkeerswet bepaalt: 
“Met geldboete van 200 euro tot 2000 euro wordt gestraft hij die, nadat tegen hem een verval van het recht op sturen werd uitgesproken, zijn rijbewijs of het als zodanig geldend bewijs niet inlevert binnen de door de Koning bepaalde termijn. In geval van verzachtende omstandigheden kan de geldboete verminderd worden, zonder dat ze minder dan één euro mag bedragen.”

De geldbedragen moeten hier ook nog vermenigvuldigd worden met de opdeciemen (x8), wat neerkomt op een mogelijke geldboete van 1.600 tot 16.000 EUR. Dit kan dus zeer hoog oplopen!

Wanneer u de kennisgeving heeft ontvangen en u toch een motorvoertuig blijft besturen, kan u hier ook voor gestraft worden. Op basis van artikel 48 Wegverkeerswet staat hier een gevangenisstraf op van 15 dagen tot twee jaar en een geldboete van 500 tot 2.000 EUR. Daarnaast kan de Politierechter ook een bijkomend rijverbod opleggen van minstens 3 maanden tot een levenslang rijverbod.