Wat is de onmiddellijke intrekking van het rijbewijs?

De onmiddellijke intrekking vindt steeds plaats voor een periode van 15 dagen. Men rekent hierbij de dag van de intrekking als dag 1. Na verloop van 15 dagen moet men het rijbewijs teruggeven en is de intrekking van het rijbewijs verlopen.

Op basis van artikel 55bis Wegverkeerswet heeft de procureur des Konings de mogelijkheid om een verlenging van de onmiddellijke intrekking te vorderen voor ten hoogste 3 maanden. Dit gebeurt enkel in zeer ernstige gevallen.

Er geldt geen verzetsprocedure of beroepsprocedure voor de onmiddellijke intrekking van het rijbewijs. U kan wel altijd vragen aan de procureur des Konings om het rijbewijs vroeger terug te geven. Vragen staat vrij, maar de procureur is niet verplicht om hierop in te gaan.

Daarnaast is het ook belangrijk om te vermelden dat u best niet weigert om uw rijbewijs af te geven bij een onmiddellijke intrekking van het rijbewijs. Volgens artikel 58 Wegverkeerswet staan er immers zware straffen op: een gevangenisstraf van 1 dag tot 1 maand en/of een geldboete van 10 tot 500 EUR. Deze dient nog verhoogd te worden met de opdeciemen (x8), dus dit komt neer op een geldboete van 80 tot 4.000 EUR...

De onmiddellijke intrekking is een veiligheidsmaatregel terwijl het rijverbod een straf is die de Politierechter oplegt. Hier is het vooral belangrijk om te weten dat de periode van de onmiddellijke intrekking van het rijbewijs kan afgetrokken worden van de periode van het rijverbod. Vergeet dit niet te vragen wanneer u voor de rechter staat!

Artikel 55 van de Wegverkeerswet omschrijft enkele gevallen waarbij het rijbewijs onmiddellijk kan worden ingetrokken:

1. Rijden onder invloed van alcohol of andere stoffen. Andere stoffen zijn bijvoorbeeld een bepaalde waarde van THC of cocaïne. 
2. Vluchtmisdrijf om zich aan dienstige vaststellingen te onttrekken. 
3. Verkeersongeval dat te wijten is aan een zware fout van de bestuurder en dat verwondingen of de dood heeft veroorzaakt. 
4. Rijden tijdens een rijverbod. 
5. Een overtreding van de 2e, 3e of 4e graad waarbij één of meerdere personen in gevaar zijn gebracht. 
6. Een snelheidsovertreding van meer dan 20km/u in de bebouwde kom, zone 30, woonerf. Of een snelheidsovertreding van meer dan 30km/u op andere plaatsen. 
7. Tegenwerking van de opsporing en van de vaststelling van overtredingen. 
8. Inbreuken op het opgelegde alcoholslot. Bijvoorbeeld wanneer u toch met een motorvoertuig rijdt dat niet uitgerust is met een alcoholslot. 
9. Belemmeren van het verkeer.  

Hier staat een zware sanctie op volgens artikel 30 Wegverkeerswet. Indien u een motorvoertuig bestuurt tijdens de onmiddellijke intrekking van uw rijbewijs, riskeert u een gevangenisstraf van 3 maanden tot 2 jaar en een geldboete van 200 tot 2.000 EUR. Daarnaast zal de Politierechter u ook een rijverbod opleggen van ten minste 3 maanden en ten hoogste 5 jaar of levenslang.