Neemt u liever telefonisch contact op?

Bel ons op 03 776 94 98, u wordt verbonden met een medewerker van verkeerszaken.be (ma t.e.m. do 9-18u | vr 9-17u).

15/11/2020

Hoe besliste de Politierechtbank van Dendermonde over iemand die niet geschikt was om te rijden wegens druggebruik?

Positief getest voor THC.

Bij een gecoördineerde actie in het kader van de drugs & alcohol in het verkeer wordt een voertuig met een oldtimer kentekenplaat gecontroleerd. Aan het voertuig werden enkele aanpassingen uitgevoerd waardoor het afwijkt van de technische voorschriften en bovendien werden deze niet vermeld op het keuringsbewijs.

Omdat de bestuurder ook lichamelijke tekenen van het gebruik van verdovende middelen vertoonde werd overgegaan tot het overlopen van de checklist en de speekseltest, die positief testte voor THC. Ook de latere bloedanalyse toonde aanwezigheid aan van een stafbare hoeveelheid THC in het bloed. De bestuurder diende zich tevens op verzoek van het Parket tevens aan te bieden bij een geneesheer die onderzoek moest doen naar de rijgeschiktheid van de bestuurder.

De geneesheer besloot +-4 maanden na het onderzoek dat de bestuurder niet geschikt was een voertuig te besturen omwille van zijn druggebruik. Hij werd verzocht zijn rijbewijs in te leveren, maar ondertussen was de bestuurder reeds gestopt met zijn druggebruik zodat hier niet op ingegaan werd.

Omdat het gebruik van drugs (om welke reden dan ook) niet combineerbaar is met autorijden besliste de bestuurder kort na dit onderzoek immers om volledig te stoppen met zijn druggebruik.  Hij was dus wél geschikt een voertuig te besturen.

Gedagvaard voor de Politierechtbank Oost-Vlaanderen, Afdeling Dendermonde.

De bestuurder werd gedagvaard voor de Politierechtbank voor de volgende verkeersinbreuken:

a) onder dekking van een Belgische inschrijvingsplaat, een volgens dit besluit aan de autokeuring onderworpen voertuig op de openbare weg te hebben laten bevinden, dat niet voorzien was van een geldig keuringsbewijs , het overeenkomst keuringsvignet en een met zijn gebruik overeenstemmend identificatieverslag, technische fiche of een document “Visuele keuring van het voertuig”, voor zover deze documenten vereist zijn (artikel 24§1, 26 en 81 van het KB van 15 maart 1968, artikel 4 van de wet van 21 juni 1985)

b) onder dekking van een Belgische inschrijvingsplaat, een voertuig in het verkeer de openbare weg te hebben gebruikt, dat inzake onderhoud en werking in een staat verkeert waarbij de verkeersveiligheid in het gedrang komt of dat niet voldoet aan de bepalingen van dit besluit en dit ongeacht de keuringen uitgevoerd door de erkende instellingen (artikel 24§1, 26 en 81 van het KB van 15 maart 1968, artikel 4 van de wet van 21 juni 1985)

c) Op een openbare plaats een voertuig of een rijdier te hebben bestuurd, of een bestuurder te hebben begeleid met het oog op scholing, terwijl de speekselanalyse bedoeld in artikel 62ter §1 van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, of de bloedanalyse bedoeld in artikel 63 §2 van dezelfde wet, de aanwezigheid in het organisme aantoont van een van de volgende stoffen die de rijvaardigheid beïnvloeden: delta-9-tetrahydrocannabinol (THC) en waarvan het gehalte gelijks is aan of hoger dan het gehalte bepaald in artikel 62ter §1 van voornoemde wet voor de speekselanalyse en in artikel 63§2 van dezelfde wet voor de bloedanalyse, namelijk 8,40 ng/ml  (art. 37bis §1, 1°, art. 38§1, 1° van de wet betreffende de politie over het wegverkeer - KB tot coördinatie van 16 maart 1968)

Er werd tevens gevraagd toepassing te maken van art. 42 Wegverkeerswet nl. “de omstandigheid dat de betrokkene, naar aanleiding van een veroordeling wegens overtreding van de politie over het wegverkeer of wegens een verkeersongeval te wijten aan zijn persoonlijk toedoen, lichamelijk of geestelijk ongeschikt werd bevonden tot het sturen van een motorvoertuig”.

De uitspraak van de Politierechtbank Oost-Vlaanderen, Afdeling Dendermonde?

De bestuurder werd veroordeeld tot :

-  Voor de tenlastelegging A & B (= inbreuken keuring en staat van het voertuig):

  • Een geldboete van 50,00 EUR X 8 = 400,00 EUR

-  Voor de tenlastelegging C (= rijden na gebruik verdovende middelen):

  • Een geldboete van 200,00 EUR X 8 = 1.600,00 EUR;
  • Een rijverbod van 30 dagen, evenwel nog verminderd met de periode van onmiddellijke intrekking zodat het effectieve rijverbod  15 dagen bedraagt

De bestuurder werd ook tweemaal veroordeeld tot een bijdrage van 200,00 EUR in het Slachtofferfonds, zijnde een verplichte (administratieve) bijdrage die de Politierechter dient op te leggen van zodra men veroordeeld werd tot een geldboete vanaf 26,00 EUR (x 8).

De bestuurder werd tenslotte ook nog veroordeeld tot een bijdrage in het Begrotingsfonds voor juridische tweedelijnsbijstand t.b.v. 20,00 EUR en tot de gerechtskosten (kosten van dagvaarding, bloedanalyse, speekseltest e.d.) die +/- 1.000,00 EUR bedragen (door de haaranalyse die uitgevoerd werd op verzoek van de Rechtbank).

Deze gerechtskosten worden normaal gezien terugbetaald aan de bestuurder door de verzekeringsmaatschappij van zodra deze alles betaald heeft.