Neemt u liever telefonisch contact op?

Bel ons op 03 776 94 98, u wordt verbonden met een medewerker van verkeerszaken.be (ma t.e.m. do 9-18u | vr 9-17u).

24/03/2022

Hoe besliste de Politierechtbank van Sint-Niklaas over een gevluchte bestuurder die wel vrijwillig aangifte deed nadien?

Gevlucht maar toch aangifte

Door hevige regenval raakt de bestuurder van een voertuig de controle over zijn voertuig kwijt. Bij het nemen van een scherpe en korte bocht komt hij in aanraking met een ander voertuig.

Dor de combinatie  van persoonlijke problemen en de schok van het ongeval is de bestuurder volledig overstuur en neemt hij de vlucht.

Hij biedt zich de dag nadien wel vrijwillig aan bij de politie om aangifte te doen.

Gedagvaard voor de Politierechtbank Oost-Vlaanderen, Afdeling Sint-Niklaas

De bestuurder werd gedagvaard voor de Politierechtbank voor de volgende  verkeersinbreuk:

A. Als bestuurder van een voertuig of van een dier, wetende dat dit voertuig of dit oorzaak van, dan wel aanleiding is geweest tot een verkeersongeval op een openbare plaats, de vlucht te hebben genomen om zich aan de dienstige vaststellingen te onttrekken, zelfs wanneer het ongeval niet aan zijn schuld te wijten was
(art. 33§1, 1° en 38 §1, 5° van de Wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer)

B. Als bestuurder van een voertuig op de openbare weg niet, in alle omstandigheden,  hebben kunnen stoppen voor een hindernis die kon worden voorzien
(art. 10.1.3° van het KB van 1 december 1975 – De Wegcode – art. 29 §1 lid 3 en 38 §1, 3° van de Wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer)

C. Als weggebruiker of bestuurder van een voertuig op de openbare weg, niet steeds in staat geweest te zijn te sturen of niet de vereiste lichaamsgeschiktheid en de nodige kennis en rijvaardigheid te hebben bezeten of niet in staat te zijn alle nodige rijbewegingen uit te voeren of niet voortdurend zijn voertuig of zijn dieren goed in de hand te hebben gehad (art. 8.3 al. 1 en 8.3 al.2 van het KB van 1 december 1975 – De Wegcode, art. 29 §1 lid 3 en 38 §1, 3° van de Wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer)

De uitspraak van de Politierechtbank Oost-Vlaanderen, Afdeling Sint-Niklaas?

De bestuurder werd veroordeeld tot :

Voor de tenlastelegging A (= vluchtmisdrijf)

  • Een geldboete van 200,00 EUR X 8 = 1.600,00 EUR waarvan 100,00 EUR x 8  met uitstel werd toegekend zodat de effectief te betalen geldboete 100,00 EUR x 8 =  800,00 EUR bedraagt;
  • Een effectief rijverbod van 15 dagen

Voor de tenlastelegging B en C (= vluchtmisdrijf)

  • Een effectieve geldboete van 25,00 EUR X 8 = 200,00 EUR

De bestuurder werd ook veroordeeld tot één bijdrage van 200,00 EUR in het Slachtofferfonds, zijnde een verplichte (administratieve) bijdrage die de Politierechter dient op te leggen van zodra men veroordeeld werd tot een geldboete vanaf 26,00 EUR (x 8).

De bestuurder werd tenslotte ook nog veroordeeld tot een bijdrage in het Begrotingsfonds voor juridische tweedelijnsbijstand t.b.v. 20,00 EUR en tot de gerechtskosten (kosten van dagvaarding, bloedanalyse, speekseltest e.d.) die +/- 80,00 EUR bedragen 

Deze gerechtskosten worden normaal gezien terugbetaald aan de bestuurder door de verzekeringsmaatschappij van zodra deze alles betaald heeft.