Neemt u liever telefonisch contact op?

Bel ons op 03 776 94 98, u wordt verbonden met een medewerker van verkeerszaken.be (ma t.e.m. do 9-18u | vr 9-17u).

25/11/2020

Hoe besliste de Politierechtbank van Antwerpen over een vluchtmisdrijf pleegt met enkel stoffelijke schade?

Buitenspiegel geraakt met vluchtmisdrijf.

Een dame legt klacht neer bij de Politie omdat haar nieuwe wagen werd aangereden door een onbekende tegenpartij tijdens het kruisen in de straat. Wanneer zij haar schade van naderbij had bekeken, en naar de tegenpartij toe stapte, pleegde deze vluchtmisdrijf. Ook een getuige had kunnen zien hoe de andere wagen het voertuig van de dame had geraakt, en nadien wegreed.

De nieuwe wagen raakte beschadigd aan de linker zijspiegel. De Politie ging over tot verhoor van de betrokken dame en de getuige.

De getuige had de nummerplaat van de vluchtende wagen kunnen noteren, zodat de dader van het vluchtmisdrijf gemakkelijk kon worden opgespoord.  

De dader bleek een oudere dame te zijn. Zij verklaarde dat zij van mening was dat de andere bestuurster na het uitstappen teken deed dat voor haar alles in orde was, reden waarom zij vervolgens is doorgereden. Zij stelde zeker niet de intentie te hebben gehad de vlucht te willen nemen. Aan haar wagen was de spiegel enkel ingeklapt en zij dacht dat dit dan ook zo zou zijn voor de andere wagen, en was zich van geen kwaad bewust. 

Vervolging voor de Politierechtbank Antwerpen, Afdeling Antwerpen

De bestuurster diende zich te verantwoorden voor de Politierechtbank voor he plegen van vluchtmisdrijf en “het niet kunnen stoppen voor een voorzienbare hindernis”:

  • " als bestuurder van een voertuig of van een dier, wetende dat dit voertuig of dit dier oorzaak van, dan wel aanleiding is geweest tot een ongeval op een openbare plaats, de vlucht te hebben genomen om zich aan de dienstige vaststellingen te onttrekken, zelfs wanneer het ongeval niet aan zijn/haar schuld te wijten is" (art. 33 §1.1° en 38 §1.5° Wegverkeerswet).
  • als bestuurder van een voertuig op de openbare weg, zijn snelheid niet te hebben geregeld om in alle omstandigheden te kunnen stoppen voor een hindernis die kon worden voorzien"(art. 10.1.3 van het KB van 1 december 1975; art. 29 §1 Iid3 en 38 §1.3° van de wet betreffende de politie over het wegverkeer - KB tot coördinatie van 16 maart 1968).
Wat besliste de Politierechtbank Antwerpen, Afdeling Antwerpen?

Voor het vluchtmisdrijf (A), werd de bestuurster veroordeeld tot een geldboete van 200,00 EUR x 6 = 1.200,00 EUR, waarvan de helft met uitstel gedurende een periode van één jaar. Daarnaast werd zij ook nog veroordeeld tot een effectief rijverbod voor een periode van 15 dagen.

Voor “het niet kunnen stoppen voor een voorzienbare hindernis” (B) werd de bestuurster veroordeeld tot een geldboete van 20,00 EUR x 6 = 120,00 EUR, volledig met uitstel gedurende een periode van één jaar.

Daarnaast diende ze ook nog de gerechtskosten (ongeveer 80,00 EUR) en de bijdrage in het slachtofferfonds (150, 00 EUR) te betalen.